Sclerocompressietherapie, beter bekend als het ‘droogspuiten van spataderen’, wordt meestal toegepast bij ‘de kleinste en fijne’ spataderen.
Door een vetoplossende vloeistof in ieder adertje te spuiten, wordt de gladde vaatwand stroef en het stollingssysteem geactiveerd. Voor een deel stolt het bloed en voor een deel verkleven de vaatwandjes met elkaar, waarna ze verschrompelen en niet meer kunnen uitzetten. De therapie wordt gecombineerd met het dragen van een elastische kous. Na verloop van tijd is de ader niet of nauwelijks meer te zien.
Verdoving
Er vindt bij sclerocompressietherapie geen verdoving plaats. De injectienaalden die bij sclerocompressietherapie worden gebruikt zijn heel fijn.
Na de ingreep
De elastische kous dient een aantal dagen overdag en ‘s nachts te worden gedragen en daarna nog een aantal weken alleen overdag. Dit ter voorkoming van het ‘teruglekken’ van het bloed, zodat de vaatwanden aan elkaar kunnen kleven.
Napijn en herstel
Na de behandeling zijn de spataderen nog een tijdje zichtbaar en gevoelig. Rond het behandelde gebied kan tijdelijke roodheid ontstaan als gevolg van de inspuitingen.
Resultaat
Weliswaar is na zes weken al resultaat zichtbaar, maar van het uiteindelijke resultaat is pas sprake na 2-3 maanden, omdat gedurende die tijd nog vaatjes kunnen ‘verdwijnen’.
Risico’s en complicaties
Omdat het niet helemaal te voorkomen is dat het inspuitmiddel zich met bloed vermengt, is er een kans dat de ader weer open gaat en deze opnieuw behandeld moeten worden.
Bij sclerocompressietherapie geeft de ingespoten vloeistof wel ter plaatse in de ader een reactie, maar zijn er verder weinig bijwerkingen voor de rest van het lichaam. Eventuele ontstekingen kunnen soms ter hoogte van de ader een bruine verkleuring opwekken. Echter deze verkleuringen kunnen nog lange tijd na het ontstaan spontaan verdwijnen. Er mag slechts een beperkte hoeveelheid vloeistof per behandeling in het vaatstelsel ingespoten worden. Dit om steriele ontstekingen, verkleuringen en andere complicaties te voorkomen. Daardoor kan het nodig zijn om de behandeling te herhalen cq. vervolgen.